Droogte zomer 2019
Zoals bij de proefrooiing in augustus al is aangegeven, bestonden er grote verschillen in opbrengst. De laagste zat nu op 31,2 ton/ha en de hoogste op 72,7 ton/ha.
Verschillen kunnen bestaan als gevolg van wel of niet beregenen. Bovendien moet ook worden opgemerkt, dat het grootste deel van de deelnemers uit de kleigebieden afkomstig zijn. Mede door de grote verschillen in (mogelijkheden voor) beregening moeten we echter voorzichtig zijn om harde conclusies aan de cijfers te verbinden.
Verder bestaan er verschillen tussen de rassen. Omdat er van enkele rassen slechts enkele monsters waren ingediend zou het statistisch niet juist zijn om hier keiharde conclusies uit te trekken. Bij de berekening van de hoeveelheid die is bijgegroeid sinds de vorige meting hebben we een gewogen gemiddelde genomen.
Gemiddeld is er sinds de meting in augustus 7.182 kg/ha bijgegroeid. Gemiddeld over de 5 voorgaande jaren lag dit in dezelfde periode op 9.967 kg/ha.
Wat betreft de potentie van de groei worden ook grote verschillen gemeld: een groot gedeelte van de deelnemers meldt, dat het gewas reeds gerooid, doodgespoten of totaal versleten is; een enkeling geeft aan, dat het nog 50% groen staat.