Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten

 01 okt 2019 08:30 

Subsidiëring van grondwaardeverlies bij bebossing


Besluit van de Vlaamse Regering houdende subsidiëring van grondwaardeverlies bij bebossing, ondersteund door de inkomsten van de bosbehoudsbijdrage in geval van ontbossing

Gelet op het decreet van 21 december 2001 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002, artikel 17, gewijzigd bij de decreten van 12 december 2008 en 13 juli 2012;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 8 juli 2016;
Gelet op de adviesaanvraag die op 25 en 26 maart 2019 bij respectievelijk de Minaraad en de SALV is ingediend;
Overwegende dat geen advies is verstrekt binnen de gestelde termijn;
Gelet op advies 66.156/1 van de Raad van State, gegeven op 11 juni 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende de noodzaak om de compensatie, vermeld in artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990, te realiseren;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw;
Na beraadslaging,

Besluit :
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
1° agentschap: het Agentschap voor Natuur en Bos, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Agentschap voor Natuur en Bos;
2° beheerplan: een beheersplan als vermeld in artikel 43 van het Bosdecreet van 13 juni 1990, het beheersplan voor natuurreservaten, vermeld in artikel 34 of het natuurbeheerplan, vermeld in artikel 16bis en volgende van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu of het geïntegreerd beheersplan als vermeld in artikel 8.3.1 en volgende van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 betreffende de uitvoering van het onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013;
3° beveiligde zending: een van de volgende betekeningswijzen:
a) een aangetekende brief;
b) een afgifte tegen ontvangstbewijs;
c) een elektronisch aangetekende zending;
d) in voorkomend geval elektronische communicatie via een elektronisch loket van het agentschap;
4° bijlage met inheemse soorten: bijlage 1, gevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 oktober 2015 betreffende het verlenen van subsidies voor bebossing en voor herbebossing;
5° Boscompensatiefonds: het Fonds voor Compenserende Bebossing, vermeld in artikel 17 van het decreet van 21 december 2001 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002;
6° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de landinrichting en het natuurbehoud;
7° subsidie grondwaardeverlies: een subsidie ter compensatie van grondwaardevermindering bij bebossing als vermeld in dit besluit.
Art. 2. Binnen de perken van de daarvoor op de begroting van de Vlaamse Gemeenschap beschikbare kredieten van het Boscompensatiefonds kan de minister volgens de in dit besluit vastgestelde bepalingen voor gronden in het Vlaamse Gewest een subsidie grondwaardeverlies verlenen.
Art. 3. § 1. Om in aanmerking te komen voor de subsidie grondwaardeverlies, vermeld in artikel 2, gelden de volgende voorwaarden, voor wat betreft de aanvrager van de subsidie:
1° de aanvrager is een privaatrechtelijke rechtspersoon, een natuurlijke persoon of een andere publiekrechtelijke rechtspersoon dan de federale staat of het Vlaamse Gewest;
2° in voorkomend geval beschikt de aanvrager over de wettelijk vereiste toelatingen, vergunningen en adviezen voor de bebossing;
3° de aanvrager onderschrijft bij de indiening van de aanvraag de verbintenisvoorwaarden, vermeld in artikel 4 van dit besluit;
Om in aanmerking te komen voor de subsidie grondwaardeverlies, vermeld in artikel 2, gelden de volgende voorwaarden, voor wat betreft de grond waarop de aanvraag voor de subsidies betrekking heeft:
1° de grond is in eigendom van de aanvrager of de aanvrager heeft er een zakelijk recht op dat bebossing toestaat. De grond is niet verpacht tenzij de pachter de aanvrager is.. In dat laatste geval geeft de verpachter een schriftelijke verklaring waarin hij uitdrukkelijk instemt met de bebossing van de gronden;
2° de grond is bij de aanvraag geen bos als vermeld in artikel 3, § 1, van het Bosdecreet van 13 juni 1990, of staat in een beheerplan niet aangegeven als grond die bebost zal worden. De grond bestaat uit een minimale aaneengesloten oppervlakte van 0,5 hectare of 0,25 hectare als de bebossing aansluit bij een al bestaand bos en dient als bosrandontwikkeling;
3° de grond niet aangewend wordt voor een bebossing ter compensatie van een ontbossing als vermeld in artikel 90bis van het Bosdecreet van 13 juni 1990, in de vorm van een vermelding als perceel voor compenserende bebossing op het boscompensatievoorstel bij een concrete aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning tot ontbossing;
4° voor de grond is er geen eenvoudige melding voor de rooiing van houtachtige gewassen of spontane bebossing als vermeld in artikel 87, vijfde lid, van het Bosdecreet van 13 juni 1990, gedaan;
5° op de grond is geen stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning met toepassing van de wetgeving op de ruimtelijke ordening tot ontbossen afgeleverd waar conform artikel 90bis, § 7, van het Bosdecreet van 13 juni 1990 geen compensatieplicht geldt;
6° de grond ligt op percelen die zich bevinden in:
a) gebieden met de ruimtelijke bestemmingen, vermeld in artikel 4, derde lid, van het besluit van de Vlaamse regering van 16 februari 2001 tot vaststelling van nadere regels inzake compensatie van ontbossing en ontheffing van het verbod op ontbossing, met uitzondering van gronden in landbouwgebruik gelegen in herbevestigd agrarisch gebied;
b) een speciale beschermingszone als vermeld in artikel 2, 43°, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, op voorwaarde dat de voorgestelde bebossing bijdraagt aan de vastgestelde instandhoudingsdoelstellingen;
7° de bebossing is geen verplichting op basis van een gerechtelijk bevel, een contractuele of een eenzijdige verbintenis en is niet strijdig met de geldende wetgeving;
8° op de te bebossen grond zijn geen natuurwaarden aanwezig die onverenigbaar zijn met de bebossing;
9° de voorgenomen bebossing wordt uitgevoerd met inheemse soorten, opgenomen in de bijlage met inheemse soorten. Alle soorten zijn standplaatsgeschikt;
10° de voorgenomen bebossing bestaat uit minimaal twee boom- of struiksoorten, en vanaf één hectare minimaal drie soorten, die elk minimaal 10% van het plantaantal innemen.
§ 2. Met toepassing van dit besluit kan geen subsidie grondwaardeverlies worden verkregen voor het grondwaardeverlies voor gronden waarvan de aankoop gesubsidieerd is met toepassing van:
1° de subsidiëring van de aankoop van gebieden op basis van artikel 5 tot en met 9 van het besluit van de Vlaamse regering van 27 juni 2003 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van natuurreservaten en van terreinbeherende natuurverenigingen en houdende toekenning van subsidies;
2° de subsidie voor de aankoop van grond met het oog op de erkenning als natuurreservaat of voor de aankoop van de grond met het oog op de bebossing op basis van respectievelijk artikel 32 tot en met 36 en artikel 37 tot en met 42 van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2017 betreffende de subsidiëring van de planning, de ontwikkeling en de uitvoering van het geïntegreerd natuurbeheer.
§ 3. Als de met toepassing van dit besluit gesubsidieerde waardeverlies voor gronden ook wordt gesubsidieerd krachtens een andere wet of een ander reglement, is cumulatie toegelaten mits de gezamenlijke subsidies niet meer bedragen dan de totale en aangetoonde of realistisch geraamde kostprijs van de waardeverlies van de grond.
Als andere subsidies dan de subsidie grondwaardeverlies, vermeld in dit besluit, verkregen zijn, meldt de aanvrager van die andere subsidies dat aan het agentschap. Die melding bevat een volledig overzicht van de andere subsidies, met vermelding van de overheid waarvan de subsidies werden verkregen en het bedrag van de subsidies.
De begunstigde bezorgt op vraag van het agentschap alle bewijsstukken ter staving van de gegevens, vermeld in het tweede lid.
Als uit de gegevens, vermeld in het tweede lid, blijkt dat de gezamenlijke subsidies meer bedragen dan 100 % van de totale en aangetoonde waardevermindering voor de grond wordt de subsidie met toepassing van dit besluit verminderd tot de gezamenlijke subsidies gelijk zijn aan 100% van de waardevermindering van de grond.
De aanvrager van de subsidie grondwaardeverlies betaalt in voorkomend geval op verzoek van het agentschap de conform dit besluit te veel uitbetaalde bedragen terug.
Art. 4. Om de subsidie grondwaardeverlies op basis van dit besluit te verkrijgen, verbindt de aanvrager zich tot de naleving van de volgende voorwaarden:
1° het aanleggen van de bebossing wordt uitgevoerd op de wijze, vermeld in de ontvankelijke aanvraag;
2° de nodige beheerwerken om de bebossing in stand te houden, worden uitgevoerd;
3° de bebossing wordt als inheems bos behouden. De aanplant van soorten die niet opgenomen zijn in de bijlage met inheemse soorten, als die in de aanvraag waarvoor subsidie wordt toegekend zijn opgenomen, is niet toegestaanDe natuurlijke verjonging van soorten die niet opgenomen zijn in de voormelde bijlage, bedraagt maximaal 10 % van de bedekking van de boomlaag en van de onder- en nevenetage;
4° op de grond rust geen veroordeling of geen bestuurlijke boete voor het niet-naleven van de voorwaarden, vermeld in artikel 50, 81, 90bis, 96 of 97 van het Bosdecreet van 13 juni 1990;
5° de bebossing wordt gedurende een periode van 25 jaar na de indiening van de schuldvordering, vermeld in artikel 10, § 4, van dit besluit, niet ontbost;
6° in voorkomend geval voorziet de overdrager die begunstigde is van een subsidie, verkregen met toepassing van dit besluit bij overdracht van de grond in kwestie, in welke vorm ook, al dan niet onder bezwarende titel, in de akte van overdracht in een clausule die de overnemer verplicht de verbintenisvoorwaarden te respecteren.
HOOFDSTUK 2. - Subsidie grondwaardeverlies
Art. 5. De subsidie grondwaardeverlies bedraagt een derde van het geïndexeerde bedrag per m2, vermeld in artikel 5 van het besluit van de Vlaamse regering van 16 februari 2001 tot vaststelling van andere regels inzake compensatie van ontbossing en ontheffing van het verbod op ontbossing.
Art. 6. De subsidie grondwaardeverlies wordt teruggevorderd in de gevallen vermeld in artikel 13 van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. Daarnaast kan de subsidie grondwaardeverlies ook teruggevorderd worden in het geval dat voor het perceel planschade of kapitaalschade wordt toegekend voor zover deze vergoedingen geen rekening houden met het grondwaardeverlies naar aanleiding van de bebossing.
HOOFDSTUK 3. - Procedure voor de aanvraag, toekenning en betaling van de subsidie
Art. 7. § 1. De aanvraag van een subsidie grondwaardeverlies bevat minstens de volgende elementen:
1° de identiteit en de hoedanigheid van de aanvrager of, als de aanvraag wordt ingediend door een gevolmachtigde, de identiteit van de gevolmachtigde en een verklaring dat de aanvrager gevolmachtigd is om de subsidie aan te vragen;
2° het voorwerp van de aanvraag;
3° de identificatiegegevens van het terrein waarop de aanvraag betrekking heeft;
4° een engagementsverklaring dat de aanvrager de verbintenisvoorwaarden, vermeld in artikel 4 van dit besluit, onderschrijft;
5° de volgende gegevens over de te bebossen grond:
a) een kaart waarop de grond is aangeduid;
b) de oppervlakte van de grond waarvoor de subsidies worden aangevraagd;
c) een bodemattest als vermeld in artikel 5, § 3, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006;
d) in voorkomend geval een opsomming van de beheerplannen die van toepassing zijn op de grond;
e) in voorkomend geval informatie over de aanwezigheid van een pacht en de opzegging ervan;
f) een situatieplan met een overzicht van eventuele inrichtingswerken en de effectief te bebossen gronden;
6° een inhoudelijke omschrijving van het project, die de volgende gegevens bevat:
a) een omschrijving van de uitgangssituatie en de beoogde resultaten;
b) een verantwoording van de inrichting en bebossing van de percelen met inbegrip van de soortenkeuze;
7° een plan van aanpak, dat minstens de volgende gegevens bevat:
a) een stappenplan met omschrijving van de inrichting, de bebossing en het verdere beheer na uitvoering, de timing ervan en, als dat relevant is voor het project, een opgave van de verschillende fasen en de beoogde tussentijdse resultaten, met vermelding van de huidige en toekomstige verantwoordelijke voor het beheer en de personen, instanties en organisaties die bij het project betrokken zijn;
b) de totale uitvoeringstermijn van het project;
c) de communicatie over de uitvoering en de resultaten van de bebossing.
d) een beknopte verantwoording en de nodige bewijsstukken, dat aan alle voorwaarden, vermeld in artikel 3, is voldaan;
8° de wettelijk vereiste vergunning voor de bebossing.
Voor de aanvraag van de subsidie grondwaardeverlies wordt gebruikgemaakt van de formulieren, waarvan het model door het agentschap wordt vastgesteld en op zijn website www.natuurenbos.be wordt ter beschikking gesteld.
De aanvraag van de subsidie grondwaardeverlies wordt met een beveiligde zending bezorgd aan het agentschap.
Art. 8. § 1. Het agentschap gaat na of de ingediende aanvraag volledig is. Als het agentschap vaststelt dat de aanvraag niet alle vereiste elementen bevat, brengt het de aanvrager binnen een termijn van dertig kalenderdagen, die ingaat op de dag na de ontvangst van de subsidieaanvraag, met een beveiligde zending op de hoogte van de ontbrekende elementen. Als de aanvrager het dossier niet binnen een termijn van veertien kalenderdagen, die ingaat op de dag na de betekening van de beveiligde zending van het agentschap waarin de ontbrekende elementen worden aangegeven, aanvult, wordt de subsidieaanvraag onontvankelijk verklaard. Het agentschap deelt die beslissing met een beveiligde zending mee aan de aanvrager.
§ 2. Het agentschap beoordeelt de ontvankelijke aanvraag op basis van de volgende criteria:
1° de ligging van de grond;
2° de visie op de inrichting en het gebruik van de grond;
3° de mate waarin draagvlak voor het project wordt gecreëerd en de wijze waarop er over de realisatie van het project wordt gecommuniceerd.
4° indien binnen een speciale beschermingszone als vermeld in artikel 2, 43°, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, de bijdrage die aan de realisatie van de vastgestelde instandhoudingsdoelstellingen wordt geleverd.
§ 3. Het agentschap beoordeelt de ontvankelijke subsidieaanvraag en brengt daarover binnen een termijn van negentig kalenderdagen vanaf de datum van de ontvangst van de volledige en ontvankelijke aanvraag of vanaf de datum van de ontvangst van de aanvullingen een advies uit aan de minister. In het advies beoordeelt het agentschap of de aanvrager aan de voorwaarden, vermeld in artikel 3, voldoet om de subsidie te verkrijgen.
§ 4. Uiterlijk dertig dagen na de ontvangst van het advies beslist de minister over de toekenning van de subsidies.
Het agentschap deelt de beslissing met een beveiligde zending mee aan de aanvragers van de subsidieaanvraag.
Art. 9. § 1. Uiterlijk zes maanden na afloop van de bebossing van de percelen, vermeld in de aanvraag, bezorgt de begunstigde van de subsidie een inhoudelijk eindverslag aan het agentschap, dat de volgende gegevens bevat, en waaruit blijkt dat de voorwaarden, vermeld in artikel 4, voldoende zijn nageleefd of dat op zijn minst de nodige garanties op de naleving ervan aanwezig zijn:
1° een weergave van de beoogde en de bereikte resultaten van de bebossing;
2° een beknopte beschrijving van de activiteiten van de bebossing.
Voor de opmaak van het inhoudelijke eindverslag wordt gebruikgemaakt van de formulieren, waarvan het model door het agentschap wordt vastgesteld en op zijn website www.natuurenbos.be wordt ter beschikking gesteld.
§ 2. De betaling van de subsidie grondwaardeverlies wordt alleen gedaan als de begunstigde van de subsidie toelatingen die zijn vereist voor de uitvoering van de bebossing, bij zijn verzoek tot betaling voegt.
§ 3. Om de betaling van de toegekende subsidie te verkrijgen, wordt samen met het inhoudelijke verslag een schuldvordering gericht aan het agentschap. Die schuldvordering bevat de volgende gegevens:
1° de identiteit en de hoedanigheid van de aanvrager of, als de schuldvordering wordt ingediend door een gevolmachtigde, de identiteit van de gevolmachtigde en een verklaring dat de verzoeker gevolmachtigd is om de schuldvordering in te dienen;
2° de subsidie waarop de schuldvordering betrekking heeft;
3° het rekeningnummer waarop de subsidie kan worden overgeschreven;
Voor de schuldvordering wordt gebruikgemaakt van de formulieren, waarvan het model door het agentschap wordt vastgesteld en op zijn website www.natuurenbos.be wordt ter beschikking gesteld.
§ 4. Als de schuldvordering aanvaard wordt door het agentschap, wordt het subsidiebedrag betaald aan de aanvrager.
§ 5. De subsidie grondwaardeverlies kan niet worden verleend aan een aanvrager ten aanzien waarvan er een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Europese Commissie waarbij de steun conform de Europese regels inzake staatssteun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne Europese markt is verklaard.
HOOFDSTUK 4. - Controles en de terugvordering van de subsidie
Art. 10. Met behoud van de toepassing van de bevoegdheden van de Inspectie van Financiën en het Rekenhof is het agentschap belast met het toezicht op de aanwending door de begunstigde van de subsidie grondwaardeverlies die met toepassing van dit besluit wordt toegekend.
De gemachtigde personeelsleden van het agentschap en de Vlaamse overheid, alsook de door hen aangestelde personen kunnen een controle ter plaatse uitvoeren.
Art. 11. De subsidie grondwaardeverlies, verkregen op basis van dit besluit, wordt volledig teruggevorderd, vermeerderd met de wettelijke intresten, in de volgende gevallen:
1° als de voorwaarden, vermeld in artikel 3, niet zijn nageleefd;
2° als de voorwaarden, vermeld in artikel 4, niet zijn nageleefd of als daarvoor niet de nodige garanties aanwezig zijn.
De teruggevorderde bedragen worden gestort op een door het agentschap aan te wijzen rekening van het Vlaamse Gewest binnen een maand nadat de aanvrager met een beveiligde zending in gebreke is gesteld. De wettelijke intresten beginnen te lopen vanaf het verstrijken van de betalingstermijn.
De teruggevorderde bedragen komen opnieuw ter beschikking in het boscompensatiefonds.
Art. 12. De Vlaamse minister, bevoegd voor de landinrichting en het natuurbehoud, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 28 juni 2019.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
G. BOURGEOIS
De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw,
K. VAN DEN HEUVEL



  Nieuwsflash
 
Gloednieuwe website rond duurzame bemesting van aardappelen Lees meer
 
 
EU-lidstaten geven groen licht voor versoepelingen GLBLees meer
 
 
Pesticiden - Schadelijke gezondheidseffecten voor landbouwers Lees meer
 
 
Landbouwsites - Zonevreemde functiewijzigingen Lees meer
 
 
West-Vlaamse landbouwbedrijven - Stopzetting en opstartLees meer
 
 
2024 Beheerovereenkomst 3000 landbouwersLees meer
 
 
Nauwelijks aanvragen voor provinciale subsidies voor kustvaartuigen Lees meer
 
 
Lokale familiale landbouw wordt verdreven door Natuurpunt! Lees meer
 
 
Versoepelingen en administratieve vereenvoudigingen van het GLB in 2024 Lees meer
 
 
België haalt stemming over natuurherstelwet van agenda Lees meer
 
 
Toelating van Renure-meststoffen Lees meer
 
 
Planeet op rand van afgrond na warmste decennium ooitLees meer
 
 
Vlaamse peer verbazend sterk omringd door technologie Lees meer
 
 
Verhoogde kans op voetziekte in wintertarwe door natte najaar 2023Lees meer
 
 
Agristo nv: opsporingsvergunning voor aardwarmte in de regio Wielsbeke Lees meer
 
 
Nieuwe IPM-checklist 2024 met extra driftreducerende technieken en doppen Lees meer
 
 
Vlaams Belang steunt juridische acties tegen goedgekeurd Ventilus-tracé Lees meer
 
 
Correct rekenen met dierlijke mest Lees meer
 
 
Plantenveredeling via nieuwe genomische technieken Lees meer
 
 
Herbekijk de recente studiedagen akkerbouw over suikerbieten- en aardappelteelt Lees meer
 
 
Webinars en studiedagen Landbouw&VisserijLees meer
 
 
Verzamelaanvraag 2024 invullen kan tot en met 30 april Lees meer
 
 
VLIF-steun voor productieve investeringen (vanaf 2023) VLIF-aanvraagperiodes 2024 Lees meer