Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 20 feb 2019 08:29 

Wijziging van het Jachtadministratiebesluit


Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het Jachtadministratiebesluit van 25 april 2014, wat betreft de invoering van nadere regels over het Jachtfonds

DE VLAAMSE REGERING,
Gelet op het Jachtdecreet van 24 juli 1991, artikel 32/3, ingevoegd bij het decreet van 30 juni 2017;
Gelet op het Jachtadministratiebesluit van 25 april 2014;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 3 juli 2018;
Gelet op het verzoek om advies van 23 juli 2018 aan de Minaraad, waarop binnen de gestelde termijn geen reactie gekomen is;
Gelet op de brief van de SALV van 10 september 2018, waarin meegedeeld wordt dat geen advies zal worden uitgebracht;
Gelet op advies 64.481/1 van de Raad van State, gegeven op 19 november 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw;
Na beraadslaging,

Besluit :
Artikel 1. Aan artikel 1 van het Jachtadministratiebesluit van 25 april 2014 wordt een punt 14° toegevoegd, dat luidt als volgt:
"14° Centraal Comité: het Centraal Comité van het Jachtfonds, vermeld in artikel 32/3, 3°, van het Jachtdecreet van 24 juli 1991.".
Art. 2. In hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 2016, wordt een hoofdstuk 5/1, dat bestaat uit artikel 59/1 tot en met 59/4, ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Hoofdstuk 5/1. Het Jachtfonds
Art. 59/1. Het agentschap staat in voor het beheer van het Jachtfonds. Het agentschap voert daarbij de volgende taken uit:
1° het organiseert de vergaderingen van het Centraal Comité;
2° het raamt de jaarlijkse totale inkomsten en uitgaven van het Jachtfonds, voor 1 mei van het kalenderjaar dat voorafgaat aan het kalenderjaar waarop de inkomsten en uitgaven betrekking hebben;
3° het maakt de begroting van het Jachtfonds op in overleg met het Centraal Comité, voor 1 november van het kalenderjaar dat voorafgaat aan het kalenderjaar waarop de begroting betrekking heeft, en bezorgt de begroting aan de minister. De begroting omvat een beschrijving van alle uitgaven van het Jachtfonds voor het volgende kalenderjaar, verdeeld over de doelstellingen, vermeld in artikel 32/1 van het Jachtdecreet van 24 juli 1991;
4° het maakt de jaarrekening van het Jachtfonds op, voor 1 mei van het kalenderjaar dat volgt op het kalenderjaar waarop de jaarrekening betrekking heeft, en bezorgt de jaarrekening aan het Centraal Comité. De jaarrekening omvat een beschrijving van alle uitgaven van het Jachtfonds in het voorbije kalenderjaar, verdeeld over de doelstellingen, vermeld in artikel 32/1 van het voormelde decreet;
5° het voert de boekhouding van het Jachtfonds. Daartoe behoort de inboeking van de inkomsten en het verrichten van de vastleggingen en de uitgaven.
Art. 59/2. § 1. Het agentschap vult de doelstellingen in, vermeld in artikel 32/1, 5°, a) tot en met e), van het Jachtdecreet van 24 juli 1991. Het agentschap kan daarvoor jaarlijks, binnen de perken van de jaarlijks goedgekeurde begroting, beschikken over maximaal 335.000 euro uit het Jachtfonds.
Het agentschap vult de doelstelling in, vermeld in artikel 32/1, 5°, e) en 8°, van het voormelde decreet. Het agentschap kan daarvoor jaarlijks, binnen de perken van de jaarlijks goedgekeurde begroting, beschikken over maximaal 160.000 euro uit het Jachtfonds.
§ 2. Voor de invulling, de ondersteuning en de uitvoering van de doelstellingen, vermeld in artikel 32/1, 1°, 2°, 3°, 4°, 5°, d) en e), 6° en 8°, van het Jachtdecreet van 24 juli 1991, kan de Hubertus Vereniging Vlaanderen vzw jaarlijks, binnen de perken van de jaarlijks goedgekeurde begroting, beschikken over een algemene werkingssubsidie van maximaal 300.000 euro uit het Jachtfonds.
De minister bepaalt de taken die de Hubertus Vereniging Vlaanderen vzw moet uitvoeren met de subsidie, vermeld in het eerste lid. De nader te bepalen taken moeten:
1° betrekking hebben op duidelijk beschreven, praktische activiteiten, die onmiskenbaar verbonden zijn met één of meer van de doelstellingen, vermeld in artikel 32/1, 1°, 2°, 3°, 4°, 5°, d) en e), 6° en 8°, van het Jachtdecreet van 24 juli 1991;
2° aan elk van de doelstellingen, vermeld in artikel 32/1, 1°, 2°, 3°, 4°, 5°, d) en e), 6° en 8°, van het Jachtdecreet van 24 juli 1991, minstens één taak in hoofdzaak verbinden, zodanig dat alle doelstellingen in acht genomen worden bij het vaststellen van de taken;
3° complementair zijn aan de taken van het agentschap en desgevallend de taken van het agentschap ondersteunen;
4° het behoud van natuur en biodiversiteit bevorderen.
De subsidieaanvraag moet bij het agentschap worden ingediend in de maand december van het kalenderjaar dat voorafgaat aan het kalenderjaar waarop de subsidie betrekking heeft.
Het agentschap gaat na of de ingediende subsidieaanvraag overeenstemt met de invulling en de uitvoering van de doelstellingen, vermeld in artikel 32/1, 1°, 2°, 3°, 4° en 5°, d) en e), 6° en 8°, van het Jachtdecreet van 24 juli 1991, en brengt daarover een advies uit aan de minister.
De minister neemt binnen dertig dagen na de ontvangst van het advies van het agentschap een beslissing over de subsidieaanvraag. De minister bepaalt daarbij de modaliteiten van de uitbetaling en rapportering.
§ 3. Het Centraal Comité besteedt het resterende bedrag van de geraamde inkomsten uit het Jachtfonds ten opzichte van de bedragen, vermeld in paragraaf 1 en 2, aan projecten die de doelstellingen invullen, vermeld in artikel 32/1, 1°, 2°, 3°, 4°, 5, e), 6°, 7° en 8°, van het Jachtdecreet van 24 juli 1991.
Art. 59/3. Voor 1 december van het kalenderjaar dat voorafgaat aan het kalenderjaar waarop de begroting betrekking heeft, keurt de minister de begroting goed die het agentschap bezorgt.
Art. 59/4. § 1. Het Centraal Comité is samengesteld uit de volgende leden, die door de minister worden benoemd:
1° drie personeelsleden van het agentschap, waarvan een personeelslid fungeert als voorzitter;
2° een personeelslid van het Departement Landbouw en Visserij;
3° een personeelslid van het beleidsdomein Financiën en Begroting;
4° een personeelslid van het instituut;
5° vijf vertegenwoordigers van de jachtsector.
De minister benoemt een plaatsvervanger voor elk van de leden, vermeld in het eerste lid.
§ 2. De leden, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 1°, 2°, 3° en 4°, en hun plaatsvervangers worden voorgedragen door de leidende ambtenaren van de betrokken entiteiten.
De leden, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 5°, en hun plaatsvervangers worden voorgedragen door de representatieve verenigingen in de Vlaamse jachtsector.
De duur van het mandaat van de leden en hun plaatsvervangers, vermeld in paragraaf 1, eerste en tweede lid, is vier jaar. Het mandaat is verlengbaar. Als er voor het einde van een mandaat van een lid een vacature openstaat, neemt de plaatsvervanger dat mandaat over en wordt een nieuwe plaatsvervanger voorgedragen overeenkomstig de bepalingen in 62, eerste en tweede lid.
§ 3. Het agentschap wijst voor het Centraal Comité een of meer niet-stemgerechtigde secretarissen aan, die onder meer de notulen van de vergaderingen van het Centraal Comité opstellen en de reis- en verblijfkosten van de leden van het Centraal Comité afhandelen.
§ 4. De leden van het Centraal Comité worden niet vergoed. De leden van het Centraal Comité die niet tot de diensten van de Vlaamse overheid behoren, hebben wel recht op een vergoeding van de reis- en verblijfskosten, conform de bepalingen die gelden voor de personeelsleden van de diensten van de Vlaamse overheid.
§ 5. Het Centraal Comité vergadert geldig als de meerderheid van de leden of hun plaatsvervangers aanwezig is.
Het Centraal Comité beslist bij gewone meerderheid. Bij een staking van stemmen is de stem van de voorzitter beslissend.
Het Centraal Comité voert zijn werkzaamheden uit overeenkomstig een huishoudelijk reglement dat wordt vastgesteld door het hoofd van het agentschap. Dat reglement bepaalt onder meer de dagelijkse werking van het Centraal Comité, het aantal vergaderingen van het Centraal Comité per jaar en het tijdstip ervan. Het kan aan bepaalde leden specifieke taken toekennen ter voorbereiding van de vergaderingen.".
Art. 3. De Vlaamse minister, bevoegd voor de landinrichting en het natuurbehoud, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 14 december 2018.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
G. BOURGEOIS
De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw,
J. SCHAUVLIEGE



  Nieuwsflash
 
Milieuaansprakelijkheid mbt het voorkomen en herstellen van milieuschade Lees meer
 
 
Versoepelingen boetesysteem Mestdecreet Lees meer
 
 
Stikstofdecreet en de omgevingsvergunningen Lees meer
 
 
Overstroming van 5 - 22 november 2023 erkend als ramp: indienen vanaf 19/4/2024Lees meer
 
 
Gefractioneerde bemesting in aardappelen Lees meer
 
 
‘Na 10 jaar eindelijk doorbraak voor toelating kunstmestvervangersLees meer
 
 
Steeds minder antibiotica verstrekt via gemedicineerde voeders Lees meer
 
 
Groen licht voor proefstalregeling en meer rechtszekerheid voor ammoniak reducerende techniekenLees meer
 
 
Tweede prognose van de landbouweconomische rekeningen van 2023 Lees meer
 
 
PFAS in het Vlaamse drinkwater Lees meer
 
 
Landbouwconjunctuur licht verbeterd ondanks natte weersomstandigheden Lees meer
 
 
Uiterste indieningsdatum en belangrijke data voor de verzamelaanvraag 2024 Lees meer
 
 
Brede weersverzekering 2024: aanvragen voor 30/4Lees meer
 
 
Infosessies stikstofdecreet Vlaamse overheid Lees meer
 
 
Na de natte winter: eerst de spade, dan de bewerking! Lees meer
 
 
Kunstmest uitsparen Lees meer
 
 
ILVO bouwt hoogtechnologische Feed Pilot Lees meer
 
 
Drones en AI in de strijd tegen aardappelziekteLees meer
 
 
Optimalisatie spuittechniek: tips voor duurzamer gebruik Lees meer
 
 
Plantgoedsubsidie? Dien je facturen vóór 30 april inLees meer