|
Geharmoniseerde consumptieprijsindex – juli 2018
De Belgische inflatie volgens de Europese geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) bedraagt in juli 2,7% ten opzichte van 2,6% in juni. De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in juli 1,6% ten opzichte van 1,7% in juni.
|
- De Belgische inflatie volgens de Europese geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) bedraagt in juli 2,7% ten opzichte van 2,6% in juni. De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in juli 1,6% ten opzichte van 1,7% in juni.
- De inflatie volgens de consumptieprijsindex (CPI) voor de maand juli bedroeg 2,2% ten opzichte van 2,1% in juni. Het verschil in inflatie tussen de HICP en CPI is grotendeels te wijten aan het grotere gewicht van energiedragers in de HICP en het niet gebruiken van een voortschrijdend gemiddelde voor huisbrandolie in de HICP.
- De subindices met de grootste positieve impact op de inflatie zijn motorbrandstoffen, huisbrandolie, gas en tabak.
- De subindices die deze maand de grootste negatieve impact hebben op de inflatie zijn kleding, woninghuur, telecommunicatie en culturele diensten.
- De geharmoniseerde consumptieprijsindex van juli voor de EU-landen wordt op 17 augustus gepubliceerd door Eurostat.
De inflatie volgens de Europees geharmoniseerde consumptieprijsindex (HICP) bedraagt in juli 2,7% ten opzichte van 2,6% in juni. De inflatie volgens de geharmoniseerde consumptieprijsindex met constante belastingvoet (HICP-CT) bedraagt in juli 2,5% en blijft daarmee ongewijzigd ten opzichte van juni. Het verschil in inflatie tussen de HICP en HICP-CT is grotendeels te wijten aan de accijnswijzigingen op motorbrandstoffen en tabak. Met deze prijsstijgingen wordt geen rekening gehouden in de HICP-CT.
Inflatie en impact op inflatie voor de 12 hoofdgroepen
Op basis van de opsplitsing in de 12 hoofdgroepen wordt de hoogste inflatie in juli gemeten voor “vervoer” (5,8%). De laagste inflatie wordt opgemeten voor de groep “kleding en schoeisel” (-1,7%).
De hoofdgroepen die in juli de grootste positieve impact heeft op de inflatie zijn “Huisvesting, water en energie” en “vervoer” telkens met 0,4 procentpunt. De grootste negatieve impact op de inflatie wordt gerealiseerd door de groepen “stoffering en huishoudelijke apparaten” en “recreatie en cultuur” telkens met -0,2 procentpunt.
Inflatie en impact op inflatie voor globale HICP en 12 hoofdgroepen
Productgroep |
Gewicht (‰) |
Inflatie op jaarbasis (%) |
Impact op inflatie (%-punt) |
HICP |
HICP-CT |
mei/18 |
jun/18 |
jul/18 |
jul/18 |
mei/18 |
jun/18 |
jul/18 |
0 |
Totaal bestedingen |
1.000,0 |
2,3 |
2,6 |
2,7 |
2,5 |
|
|
|
1 |
Voeding en alcoholvrije dranken |
164,1 |
2,6 |
2,8 |
2,6 |
2,4 |
0,1 |
0,0 |
0,0 |
2 |
Alcoholhoudende dranken en tabak |
48,8 |
4,6 |
4,7 |
4,7 |
1,1 |
0,1 |
0,1 |
0,1 |
3 |
Kleding en schoeisel |
54,3 |
0,8 |
0,7 |
-1,7 |
-1,7 |
-0,1 |
-0,1 |
-0,1 |
4 |
Huisvesting, water en energie |
165,9 |
3,2 |
4,2 |
5,0 |
5,9 |
0,2 |
0,3 |
0,4 |
5 |
Stoffering en huishoudelijke apparaten |
74,8 |
0,8 |
1,1 |
0,4 |
0,4 |
-0,1 |
-0,1 |
-0,2 |
6 |
Gezondheid |
77,2 |
1,6 |
1,5 |
1,6 |
1,6 |
-0,1 |
-0,1 |
-0,1 |
7 |
Vervoer |
122,2 |
4,3 |
5,4 |
5,8 |
4,7 |
0,3 |
0,4 |
0,4 |
8 |
Communicatie |
32,0 |
-0,5 |
-0,4 |
-0,5 |
-0,5 |
-0,1 |
-0,1 |
-0,1 |
9 |
Recreatie en cultuur |
90,7 |
0,9 |
1,2 |
1,2 |
1,2 |
-0,1 |
-0,1 |
-0,2 |
10 |
Onderwijs |
5,1 |
1,7 |
1,7 |
1,7 |
1,7 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
11 |
Hotels, cafés en restaurants |
79,6 |
2,2 |
2,0 |
1,8 |
1,8 |
0,0 |
-0,1 |
-0,1 |
12 |
Diverse goederen en diensten |
85,3 |
1,4 |
1,5 |
1,5 |
1,5 |
-0,1 |
-0,1 |
-0,1 |
Inflatie volgens specifieke aggregaten
De globale HICP kan opgesplitst worden in vijf specifieke aggregaten die samen de totale bestedingen vormen.
- Voor de energiedragers stijgt de inflatie. Ze bedraagt in juli 13,4% ten opzichte van 11,3% in juni en 8,2% in mei. Ten opzichte van de voorgaande maand stegen de prijzen gemiddeld met 1,1%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat voor de laatste twaalf maanden bedraagt 6,3%.
- De inflatie voor de bewerkte levensmiddelen bedraagt in juli 3,7% net zoals in juni, in mei bedroeg deze 3,5%. Ten opzichte van juni stegen de prijzen gemiddeld met 0,3%.
- De inflatie voor de niet-bewerkte levensmiddelen (fruit, groenten, vlees en vis) bedraagt in juli 2,0% ten opzichte van 2,2% in juni en mei. Ten opzichte van juni daalden de prijzen gemiddeld met 0,6%. De gemiddelde inflatie van dit aggregaat voor de laatste twaalf maanden bedraagt 0,6%.
- De inflatie voor niet-energetische industriële goederen bedraagt in juli 0,8%, ze daalt hiermee ten opzichte van de 0,9% inflatie in juni. Ten opzichte van juni daalden de prijzen gemiddeld met 5,1% als gevolg van de solden.
- Voor de diensten bedraagt de inflatie in juli 1,5% ten opzichte van 1,6% in juni en mei. Ten opzichte van juni stegen de prijzen gemiddeld met 1,3%.
De kerninflatie (inflatie zonder energie en onbewerkte levensmiddelen) bedraagt in juli 1,6%, hiermee daalt ze ten opzichte van de 1,7% inflatie die gemeten werd in juni. Ten opzichte van vorige maand daalden de prijzen van dit subaggregaat gemiddeld met 0,9% als gevolg van de solden.
Inflatie volgens specifieke aggregaten
Specifieke aggregaten |
Gewicht (‰) |
Inflatie op jaarbasis (%) |
12 maandelijks gemiddelde (%) |
Maandelijkse wijziging |
mei/18 |
jun/18 |
jul/18 |
jul/18 |
jul/18 |
Totaal bestedingen |
1.000,0 |
2,3 |
2,6 |
2,7 |
2,0 |
-0,7 |
Energiedragers |
99,5 |
8,2 |
11,3 |
13,4 |
6,3 |
1,1 |
Bewerkte levensmiddelen |
134,6 |
3,5 |
3,7 |
3,7 |
3,2 |
0,3 |
Niet-bewerkte levensmiddelen |
78,3 |
2,2 |
2,2 |
2,0 |
0,6 |
-0,6 |
Niet-energetische industriële goederen |
272,2 |
0,7 |
0,9 |
0,8 |
0,8 |
-5,1 |
Diensten |
415,4 |
1,6 |
1,6 |
1,5 |
1,7 |
1,3 |
HICP zonder energie en onbewerkte levensmiddelen (kerninflatie) |
822,2 |
1,6 |
1,7 |
1,6 |
1,6 |
-0,9 |
Impact van subindices op de inflatie
De grootste positieve impact op de inflatie wordt gerealiseerd door motorbrandstoffen met een impact van 0,49 procentpunt. Huisbrandolie heeft een impact van 0,41 procentpunt. Gas heeft een impact van 0,15 procentpunt. Tabak heeft tot slot een impact van 0,11 procentpunt.
Subindices met de grootste positieve impact op de inflatie
Sub-index |
Gewicht (‰) |
Impact op inflatie (%-punt) |
2018 |
jul/18 |
07.2.2 |
Motorbrandstoffen |
33,4 |
0,49 |
04.5.3 |
Huisbrandolie |
16,5 |
0,41 |
04.5.2 |
Gas |
16,3 |
0,15 |
02.2.0 |
Tabak |
29,3 |
0,11 |
De negatieve impact op de inflatie was het grootst voor kleding met een impact van -0,12 procentpunt. Woninghuur en telecommunicatie hebben beide een impact van -0,11 procentpunt. Culturele diensten tot slot hebben een impact van -0,08 procentpunt.
Subindices met de grootste negatieve impact op de inflatie
Sub-index |
Gewicht (‰) |
Impact op inflatie (%-punt) |
2018 |
jul/18 |
03.1.2 |
Kleding |
42,4 |
-0,12 |
04.1.0 |
Woninghuur |
62,3 |
-0,11 |
08.3.0 |
Telecommunicatie |
30,0 |
-0,11 |
09.4.2 |
Culturele diensten |
15,3 |
-0,08 |
Vergelijking van België met de buurlanden
Aangezien de HICP voor onze buurlanden pas later wordt bekend gemaakt, kan er slechts een vergelijking gemaakt worden voor de maand juni.
In juni bedroeg de inflatie in België 2,6%. Ze steeg daarmee ten opzichte van de 2,3% in mei. Nederland tekende een inflatie van 1,7% in juni; ze daalde daarmee ten opzichte van de 1,9% in mei. In Frankrijk bedroeg de inflatie in juni 2,3%, ze bleef daarmee stabiel ten opzichte van mei. In Duitsland bedroeg de inflatie in juni 2,1%, ze daalde daarmee licht ten opzichte van de 2,2% in mei.
De inflatie op basis van de HICP-CT bedroeg in België in juni 2,5%, ze steeg hiermee ten opzichte van de 2,1% in mei. In Duitsland bedroeg deze inflatie 2,1%, ze daalde hiermee licht ten opzichte van de 2,2% in mei. In Frankrijk steeg deze inflatie naar 1,7% in juni, in mei bedroeg ze 1,6%. In Nederland bedroeg deze inflatie in juni 1,2%, ze daalde daarmee ten opzichte van de 1,5% in mei.
|
|