Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten

 13 mrt 2018 17:45 

Alarmerende terugloop van het reeënbestand in het Zoniënwoud


Vraag om uitleg over de alarmerende terugloop van het reeënbestand in het Zoniënwoud van Bruno Tobback aan minister Joke Schauvliege

De voorzitter

De heer Tobback heeft het woord.

Bruno Tobback (sp·a)

Om in de sfeer van de herkauwers te blijven: de ree bij de horens pakken is wat moeilijker, maar misschien kunnen we toch even onze tanden in deze discussie zetten.

Ik heb deze vraag ingediend naar aanleiding van een studie die twee weken geleden is gepubliceerd. Daarin stond dat volgens de herhaalde jaarlijkse tellingen van het reeënbestand in het Zoniënwoud, dat bestand de laatste jaren ongeveer gehalveerd is. Dat is een zeer snelle en alarmerende evolutie. Als ik me niet vergis, staat het Vlaamse Gewest of het Agentschap voor Natuur en Bos in voor die tellingen. Als oorzaak werd vooral verwezen naar verkeersongevallen met reeën die voornamelijk te wijten zouden zijn aan wandelaars met honden. Het wildbestand wordt dan de weg over gejaagd. U weet dat het Zoniënwoud wordt doorkruist door een aantal drukke wegen, dat is geen geheim.

De combinatie van enerzijds die vaststelling en ongerustheid en anderzijds de ambitie die u zelf hebt vooropgesteld om alle door de overheid in eigendom gehouden bossen vrij toegankelijk te maken op alle mogelijke locaties, leek me de moeite om daarover een discussie te voeren. Het volledig openstellen zou ook betekenen dat alle vandaag bestaande rustzones, reservaatzones en beschermzones evenzeer toegankelijk zouden worden, waardoor de populatie van reeën nog veel meer onder druk dreigt te komen.

Dat is noch vanuit natuurwaarden noch vanuit biodiversiteit noch zelfs vanuit belevingswaarde van die bossen de ambitie van de regering en van deze commissie.

Minister, hoe veronderstelt u, hoe gaat u ervan uit, of hoe wenst u te proberen die twee ambities, het beschermen van waardevolle natuur en biodiversiteit aan de ene kant, en het volledige domein onbeperkt toegankelijk maken aan de andere kant, aan elkaar te koppelen zonder grote tegenstellingen?

De voorzitter

Minister Schauvliege heeft het woord.

Minister Joke Schauvliege

In het rapport van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) staat niet te lezen dat dit het gevolg is van recreatie. Er wordt gezegd dat het mogelijk daarmee te maken heeft, maar men is niet zeker. Er zijn tal van redenen. Als het te maken heeft met recreatie, dan verwijst men vooral naar loslopende honden. Die zorgen er inderdaad voor dat de reeën worden opgejaagd. Er is ook het verkeer natuurlijk, de stroperij en de aanwezigheid van everzwijnen en ziektes. Dat staat allemaal opgesomd als mogelijke oorzaken.

De opzet van het onderzoek is om de evolutie van het reeënbestand in het Zoniënwoud op te volgen. Dit gebeurt met de drie gewesten samen. Dat gebeurt aan de hand van een wetenschappelijk gevalideerde methode. Gedurende het onderzoek heeft men ook gekeken naar de verandering in de bosbiotoop. Deze bleek een impact te hebben op de zichtbaarheid van de reeën. In 2016 werd bijkomend gestart met het meten van de zichtbaarheid van de bestanden langsheen het telparcours. In de toekomst kan men ook daarmee rekening houden. Men zal in de loop van dit jaar nog verdere tellingen doen.

De methodologie is één zaak. Daar kunnen we uiteraard over discussiëren, en het zou ook niet de eerste keer zijn dat we over de methodologieën van onze wetenschappelijke instellingen discussiëren. Als we kijken naar de reeënpopulatie in heel Vlaanderen zijn er geen indicaties voor de achteruitgang ervan. Integendeel, het bezette areaal breidt elk jaar uit en de populatieomvang groeit op de meeste plaatsen. Aan de hand van intensieve monitoring van de gegevens stellen we vast dat de populatie ook zeer gezond is.

Inzake het initiatief ‘omgekeerde toegankelijkheid’ zal ik herhalen wat ik al een paar keer heb gezegd. Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) zal voor de toegankelijkheid van bossen verantwoorde keuzes moeten maken. De regeling kan alleen nefast zijn voor de kwetsbare bosbiotopen en de fauna-elementen als de beherende overheid haar verantwoordelijkheid niet opneemt, en daar ga ik niet van uit. Deze keuzes zullen gebeuren op basis van de ecologische draagkracht van de bossen, de natuurdomeinen en op basis van de kwetsbaarheid van de flora en de fauna.

De omgekeerde toegankelijkheid sluit niet uit dat kwetsbare gebieden niet worden afgesloten. Integendeel, er zal nu een verplichting zijn om daar een visie op te ontwikkelen terwijl dat vroeger niet bestond. Het is zeker niet op basis van de studie waar u naar verwijst dat we zouden kunnen concluderen dat de omgekeerde toegankelijkheid niet wenselijk is. Ik weet dat u geen voorstander bent, maar ik vind dat in de bossen en natuur die betaald worden door de overheid de mensen moeten kunnen genieten. Ze moet toegankelijk zijn, tenzij – en dat is juist de omgekeerde toegankelijkheid – ze schade zouden kunnen aanrichten. Dat is het principe. Dit wil niet zeggen dat kwetsbare zones niet kunnen worden afgesloten.

Bruno Tobback (sp·a)

Minister, de manier waarop de belastingbetaler geniet van de gebieden waarvoor hij heeft bijgedragen, verschilt nogal van de ene tot de andere. Voor de ene is dat de wetenschap dat de natuur het huis is voor een brede biodiversiteit. Voor de andere is dat dat hij zijn hond kan laten loslopen. Precies omdat de wensen van de belastingbetaler zo uiteenlopend zijn, is het zo dat een volledig overkoepelende regeling in de zin van ‘u mag hier overal rond lopen en uw zin doen’ op zich nogal onzinnig is. Ik leid trouwens af uit uw antwoord dat u dat ook vindt, want u zegt dat er grote visies moeten zijn, dat er afbakeningen moeten zijn, en zo meer.

We komen terug op de discussie die we al een paar keer gevoerd hebben: dat is dat dit een zeer dure en complexe operatie zal worden. Bovendien zal het niet veel veranderen op een domein zoals het Zoniënwoud, want bij mijn weten is daar al een zeer overkoepelende visie met nogal wat afgebakende domeinen en locaties en grondige studies. Met andere woorden, ofwel kondigt u iets aan dat niets zal veranderen, en dan is het misschien niet de moeite waard van het aan te kondigen; ofwel gaan we een heel uitgebreide studie en investeringen doen om bij hetzelfde uit te komen, wat natuurlijk een leuke manier is om het geld van de belastingbetaler te besteden, maar dan had men misschien beter meer bos gekocht met die middelen.

In uw antwoord verwijst u naar een aantal andere mogelijkheden. Ik heb me niet alleen gebaseerd op de studie, maar ook op de meningen, zowel gepubliceerd als persoonlijk naar gevraagd, van een aantal betrokkenen. Volgens hen is er bijvoorbeeld inzake de everzwijnen geen of zo goed als geen toename in het Zoniënwoud ten opzichte van het recente verleden. Met andere woorden, de terugloop van het reeënbestand kan daar niet aan te wijten zijn. Recreatie blijkt, en dat is ook niet onlogisch gezien het karakteristieke van het Zoniënwoud dat zeer druk bezocht wordt, de voornaamste oorzaak te zijn. De discussie over de verenigbaarheid van recreatie en natuurwaarden mag wel eens worden gevoerd. We betalen als belastingbetaler ook voor het behoud van die natuurwaarden. Ik vind dat u er veel te licht overheen gaat, minister.

De voorzitter

De heer Sanctorum heeft het woord.

Hermes Sanctorum-Vandevoorde (Onafhankelijke)

Ik begrijp dat er nog onduidelijkheden zijn en die worden onderzocht. Ik wil toch twee bemerkingen maken.

Aansluitend op de heer Tobback, kunnen genieten van de natuur hoeft niet per se wandelen in de natuur te zijn. Natuur kan ook ecosysteemdiensten leveren. Denk aan zuivere lucht en de instandhouding van biodiversiteit. Dat lijkt mij een belangrijk element om mee te geven in de discussie rond toegankelijkheid.

En twee, ik denk niet dat, omdat er een gezonde populatie aanwezig is, er geen vermijdbare sterfte of opschrikking zou zijn. Het kan zijn dat die populatie stabiel is, maar dat er wel een probleem is voor die reeën. Ik kijk dus uit naar de resultaten van dat verdere onderzoek. Maar naar mijn aanvoelen – ik heb het ook eens doorgenomen, collega Tobback – stelt zich daar wel een probleem. Ik hoop dan ook dat er maatregelen worden getroffen.

De voorzitter

De heer Ceyssens heeft het woord.

Lode Ceyssens (CD&V)

Collega Sanctorum, u zegt dat je niet van de natuur moet genieten door in de natuur te wandelen. Tja, hoe ga je dan van de natuur genieten? Ga je naar een stilleven kijken of naar de tv? De natuur die er in Vlaanderen is, is van iedereen. We moeten ervoor zorgen dat die zo veel mogelijk van iedereen is. Daarom denk ik dat je met de omgekeerde toegankelijkheid het perfecte instrument hebt om te zeggen: ‘Dit zijn de plaatsen waar we het niet zullen doen.’ Stel dat de reeën in het Zoniënwoud inderdaad op die plaats worden opgeschrikt door te veel recreatie, dan heb je het perfecte argument om te zeggen: ‘Hier zullen we het niet doen.’ En dus denk ik dat het systeem van omgekeerde toegankelijkheid wél een goed systeem is. Ik stel vast dat in de praktijk, op andere momenten, als men probeert om de natuur, de waardevolle natuur die we allemaal zo belangrijk vinden, maar die er wat ons betreft zeker en vast voor iedereen moet zijn, te ontsluiten, er allerlei argumenten worden gevonden om dat niet te doen.

Ik ben het oneens met uw stelling waarin u zegt dat mensen op een andere manier kunnen genieten van de natuur dan door erin te gaan wandelen. Van de natuur genieten is natuurbeleving, dat is zich in de natuur bevinden.

Tinne Rombouts (CD&V)

Minister, ik sluit zelf graag even aan bij deze vraagstelling, omdat ik graag een goed begrip zou hebben van het antwoord dat u hebt gegeven.

Mijnheer Tobback, u gaf aan dat de omgekeerde toegankelijkheid wil zeggen dat men dan alles mag. Ik denk dat dat uiteraard niet gekoppeld is aan omgekeerde toegankelijkheid. Dan trekt u het woord wel op flessen. Een losloopzone is nog altijd iets anders dan toegankelijkheid en dieren aan de leiband houden. U verwees ernaar alsof alles dan mogelijk zou zijn. Maar ik denk niet dat dat ooit in het parlement naar voren is gebracht door voorstanders van omgekeerde toegankelijkheid.

Er wordt nu inderdaad een knelpunt vastgesteld ten aanzien van het Zoniënwoud. Ik stel omgekeerd vast, collega’s, dat in andere regio’s, waar de toegankelijkheid zelfs gestegen is, er een gevoel is dat er een stijging is van het reeënbestand, een stevig reeënbestand. Minister, ik meen dat ook te horen in uw antwoord. Maar klopt het dat ook het reeënbestand in andere gebieden goed wordt opgevolgd? Als daar eventuele andere effecten zouden zijn, worden die dan ook in beeld gebracht? Misschien kan het Zoniënwoud in dezen geen voorbeeld zijn dat zomaar wordt doorgetrokken naar andere algemene maatregelen die worden genomen.

De voorzitter

Minister Schauvliege heeft het woord.

Minister Joke Schauvliege

Collega’s, zoals ik daarnet zei, is het reeënbestand in het algemeen toegenomen. Ik herhaal: als je de studie goed leest, dan merk je dat men tal van oorzaken aanhaalt. Men zal daar uiteraard verder onderzoek naar verrichten.

Mijnheer Tobback, als ik u goed heb gehoord en uw redenering doortrek, dan hebt u er eigenlijk voor gepleit om heel het Zoniënwoud dicht te maken en ervoor te zorgen dat mensen er niet meer in mogen. U zegt dat het reeënbestand achteruitgaat en dat dat komt door het feit dat het Zoniënwoud toegankelijk is. Ik neem er dus akte van dat u vraagt om het Zoniënwoud te sluiten. Ik zal dat niet doen.

Voor de natuurgebieden en bosgebieden waar nu een bestaande toegankelijkheidsregeling is, geldt een verplichting om binnen de vier jaar een nieuwe toegankelijkheidsregeling op te maken. Men moet dus opnieuw in gesprek met alle actoren om te bekijken hoe men die toegankelijkheid zal aanpassen.

Maar nogmaals, als u mij vraagt om natuur achter prikkeldraad te stoppen en niet toegankelijk te maken, dan zeg ik u dat dat niet mijn beleid is en dat ik het daar niet mee eens ben. Ik vind dat we natuur moeten kunnen laten beleven en dat we er in goed nabuurschap voor moeten zorgen dat de kwetsbare gebieden worden gerespecteerd. Maar dat zit net vervat in het voorstel dat op tafel ligt.

De voorzitter

De heer Tobback heeft het woord.

Bruno Tobback (sp·a)

Minister, ik vind het een beetje jammer dat u probeert om aan een vraag die eigenlijk vanuit een bezorgdheid vertrekt, een compleet onzinnige interpretatie te geven. Maar die sluit natuurlijk nogal aan bij de compleet onzinnige interpretatie die u aan uw eigen communicatie hebt gegeven. Ik ben net zomin vragende partij voor prikkeldraad rond het Zoniënwoud als u blijkbaar vragende partij bent voor een algemene toegankelijkheid van dat Zoniënwoud. Alleen bent u die discussie wel op die compleet ongenuanceerde en onzinnige manier gestart.

Er is op dit ogenblik een toegankelijkheidsregeling voor het Zoniënwoud, zoals voor de meeste van onze natuur- en bosgebieden. En in de meeste gevallen werkt die ook.

Mijnheer Ceyssens, ook uw interpretatie is een beetje eigenaardig. Want er is inderdaad een budget voor natuurbehoud. Dat wordt voor een stuk besteed aan de aankoop van domeinen die in een aantal gevallen inderdaad niet toegankelijk zullen zijn, omdat natuurwaarden op een andere manier kunnen worden geapprecieerd dan er met uw voeten door te lopen. Dat is niet alleen een ideologisch, maar ook een wetenschappelijk standpunt.

Er is daarnaast overigens, ook in het Vlaamse Gewest en in alle gemeenten, een budget voor parken, een budget voor wandelpaden, een budget voor wandelgebieden, een budget voor jeugdkampeerterreinen en dergelijke. Bij mijn weten is het budget voor natuurbehoud niet bedoeld om parken en kampeerterreinen aan te leggen, maar om aan natuurbehoud te doen. En dus moeten minstens de verschillende bekommernissen naast elkaar worden geëvalueerd en is de hoofdfunctie van een natuurgebied inderdaad niet om een park of kampeerterrein te zijn. Daarvoor zijn er namelijk in het Vlaamse Gewest evengoed andere budgetten. Tenzij men natuurlijk met het budget Jeugd, het budget Parken en het budget Openbaar Groen ook aan natuurbehoud wil doen. Maar op zich is die discussie op deze manier eigenlijk volstrekt onzinnig.

Ik heb er ook geen enkel probleem mee dat ik van de evengoed zwaar gefinancierde en gesubsidieerde landbouw in dit land kan genieten, zonder dat ik per se het recht heb om met mijn voeten door het korenveld te wandelen, wat ook niet zou worden geapprecieerd.

Ik zou dus eigenlijk zowel de collega’s als de minister ertoe willen oproepen om deze discussie op een rustige, rationele manier te voeren. Ik heb mijn vraag ook op die manier gesteld, denk ik. U hebt in mijn vraag geen provocatie gevonden. Ik vind het bijzonder jammer dat men blijkbaar een paar dwaze statements wil kunnen blijven maken, die men dan vervolgens in de praktijk niet hard kan maken, en waarvan men zegt dat men ze zelfs niet hard wil maken. Minister, u bent de minister bevoegd voor het milieu en het natuurbehoud. Dus, wat uw ambities op het vlak van kampeerterreinen ook mogen zijn, u moet in de eerste plaats uw job als minister bevoegd voor natuur- en milieubehoud in ere houden. Ik wil u daar zelfs bij helpen als dat nodig mocht zijn.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.



  Nieuwsflash
 
Gloednieuwe website rond duurzame bemesting van aardappelen Lees meer
 
 
EU-lidstaten geven groen licht voor versoepelingen GLBLees meer
 
 
Pesticiden - Schadelijke gezondheidseffecten voor landbouwers Lees meer
 
 
Landbouwsites - Zonevreemde functiewijzigingen Lees meer
 
 
West-Vlaamse landbouwbedrijven - Stopzetting en opstartLees meer
 
 
2024 Beheerovereenkomst 3000 landbouwersLees meer
 
 
Nauwelijks aanvragen voor provinciale subsidies voor kustvaartuigen Lees meer
 
 
Lokale familiale landbouw wordt verdreven door Natuurpunt! Lees meer
 
 
Versoepelingen en administratieve vereenvoudigingen van het GLB in 2024 Lees meer
 
 
België haalt stemming over natuurherstelwet van agenda Lees meer
 
 
Toelating van Renure-meststoffen Lees meer
 
 
Planeet op rand van afgrond na warmste decennium ooitLees meer
 
 
Vlaamse peer verbazend sterk omringd door technologie Lees meer
 
 
Verhoogde kans op voetziekte in wintertarwe door natte najaar 2023Lees meer
 
 
Agristo nv: opsporingsvergunning voor aardwarmte in de regio Wielsbeke Lees meer
 
 
Nieuwe IPM-checklist 2024 met extra driftreducerende technieken en doppen Lees meer
 
 
Vlaams Belang steunt juridische acties tegen goedgekeurd Ventilus-tracé Lees meer
 
 
Correct rekenen met dierlijke mest Lees meer
 
 
Plantenveredeling via nieuwe genomische technieken Lees meer
 
 
Herbekijk de recente studiedagen akkerbouw over suikerbieten- en aardappelteelt Lees meer
 
 
Webinars en studiedagen Landbouw&VisserijLees meer
 
 
Verzamelaanvraag 2024 invullen kan tot en met 30 april Lees meer
 
 
VLIF-steun voor productieve investeringen (vanaf 2023) VLIF-aanvraagperiodes 2024 Lees meer