|
05 mrt 2018 |
17:24 |
|
Aquacultuur met alternatieve eiwit- en vetbronnen
Elk jaar wordt 18 miljoen ton wild gevangen vis gebruikt voor de productie van vismeel en -olie.
|
De aquacultuursector staat onder druk om het aandeel vismeel in aquafeeds terug te dringen en meer alternatieve eiwit- en vetbronnen toe te passen. De voor- en nadelen van alternatieve grondstoffen werden bediscussieerd in een webinar, georganiseerd door Feed Navigator.
Vervanging van vismeel en -olie in aquafeeds brengt uitdagingen met zich mee, want alternatieve ingredienten zijn vaak minder goed verteerbaar en kunnen contaminanten bevatten, zoals mycotoxinen in visvoeders. Er is nog weinig bekend over de benutting van koolhydraten door vissen. Misschien is het mogelijk om vissen te selecteren op hun vermogen om plantaardige eiwitten te benutten.
Visconsumptie wordt onder meer gezond geacht vanwege het gehalte aan omega 3-vetzuren in (vette) vis, met name eicosapentaeenzuur (EPA) en docosahexaeenzuur (DHA). Vervanging van vismeel en -olie in visvoeders door plantaardige ingredienten zal leiden tot een verhoging van het aandeel omega 6-vetzuren in visvlees. Om een gezonde balans tussen omega 3 en omega 6 te bewerkstelligen, ook bij toepassing van alternatieve ingredienten, is meer onderzoek nodig.
De deelnemers aan het webinar zien perspectieven voor 'novel foods' in aquacultuur. Gisten en andere 'single cell proteins'. Insecten en ander dierlijk eiwit (processed animal proteins, oftewel PAP) worden genoemd. Gisteiwit heeft een goede nutrientensamenstelling, maar de celwanden verhinderen de toegang tot deze nutriënten. Er zal dus een technologische voorbehandeling nodig zijn om de celinhoud beschikbaar te maken.
Insecteneiwit is efficient te produceren, zonder beslag op schaars landbouwareaal. In garnalenvoeders kan 10 tot 15% algen verwerkt worden, waardoor het aandeel vismeel verlaagd kan worden. Aan de andere kant kunnen algen ook contaminanten, zoals cadmium, bevatten.
Voor zalm zijn insecten een natuurlijk voedingsmiddel en de acceptatie van insecten als diervoeder neemt onder consumenten ook duidelijk toe. Wel is het nog een uitdaging om voldoende insecteneiwit beschikbaar te krijgen voor toepassing in aquacultuur.
Processed animal proteins (PAP) zijn in de Verenigde Staten en Canada een goedkope en ruim beschikbare eiwitbron. In Europa !evert PAP nog wel discussie op, zowel in wetgeving als voor wat betreft de effecten van technologische behandeling op voederwaarde.
In sommige gevallen kan de kwaliteit van het eindproduct negatief beïnvloed worden door het gebruik van alternatieve eiwitbronnen. Er zal dan ook gainvesteerd moeten worden in nader onderzoek en ontwikkeling van technologie om de toepasbaarheid van alternatieven voor vismeel en -olie to optimaliseren.
|
|
|
|