Akkerbouw
Algemeen
Dieren
Economie
Markten
Mechanisatie
Milieu
Politiek
Tuinbouw
Veehouderij
Voeding
Inloggen
 
 
 
Klik hier om u te registreren en te abonneren
(72,60 euro per jaar)
 
Wachtwoord vergeten
Volgend artikelVolgend Artikel

 21 feb 2018 15:43 

Vragen inzake hernieuwbare energie


Vraag om uitleg over belemmeringen van de regelgeving inzake ruimtelijke ordening voor het opwekken van hernieuwbare energie van Willem-Frederik Schiltz aan minister Joke Schauvliege

De voorzitter

De heer Schiltz heeft het woord.

Willem-Frederik Schiltz (Open Vld)

Voorzitter, minister, het opwekken van hernieuwbare energie in de bebouwde omgeving is niet altijd evident. Zonnepanelen nemen best wel wat ruimte in, bewijs daarvan zijn de talrijke initiatieven rond zonnedelen om op verschillende daken zonnepanelen geïnstalleerd te krijgen. De ruimte is schaars in de bebouwde omgeving. Vandaar is het opvolgen van nieuwe ontwikkelingen zeer belangrijk om snel efficiëntiewinsten te kunnen boeken. We willen met zijn allen immers steeds meer en betaalbaardere hernieuwbare energie op onze daken of in onze gebouwen. Er zijn in Nederland een aantal bedrijven bezig met nieuwe systemen, waaronder IBIS Power, dat een nieuw hernieuwbare-energiesysteem heeft ontwikkeld om op de daken van gebouwen te plaatsen. Het betreft de integratie van een windmolen met zonnepanelen, een horizontale en verticale combinatie.

PowerNEST heet het systeem en het wordt boven op het dak geplaatst van zowel bestaande gebouwen als nieuwe gebouwen. De eenheid is 4,9 meter hoog en is logischerwijs meer rendabel wanneer het op hogere gebouwen wordt geplaatst. De wind rondom hoge gebouwen is immers sterker dan rond lagere gebouwen.

In Nederland zijn er al enkele van deze systemen in werking, in Vlaanderen echter niet. Een van de redenen waarom het hier moeilijk ingang vindt, is onze regelgeving die nogal stroef is. Het plaatsen van zonnepanelen en schotelantennes is in de meeste situaties vrijgesteld van een vergunning voor stedenbouwkundige handelingen. Maar de plaatsing van zonnepanelen is enkel vrijgesteld als de installatie niet hoger dan 1 meter boven de dakrand komt, geïntegreerd of niet met het gebouw. Op een hellend vlak daarentegen is de plaatsing van zonnepanelen volledig vrijgesteld zolang ze geïntegreerd worden in het dak.

Los van de vergunningsplicht is het een belemmerend feit dat door de plaatsing van de installatie voor hernieuwbare energie de totale bouwhoogte overschreden wordt. Hierdoor zijn de installaties vaak uitgesloten, terwijl het systeem an sich niet hinderlijk is op dergelijke hoogte en qua energie-efficiëntie bijzonder goed scoort. Uiteraard moeten wij ons ervan bewust zijn dat het niet de bedoeling is dat we onze fraaie historische stadsgezichten en stadskernen om zeep helpen met op elk dak 5 meter installatie te plaatsen.

Minister, was u op de hoogte? Wist u dat dit bestond? Wat is uw visie op de vergunningsplicht voor dergelijke constructies? Is het mogelijk de vergunningsplicht onder bepaalde omstandigheden te versoepelen of, bijvoorbeeld, door een meldingsplicht te vervangen? Hiervoor moeten we natuurlijk uitgaan van een integratie in het dak. Hoe staat u tegenover de plaatsing van dergelijke systemen op publieke gebouwen? Welke onoverkomelijke bezwaren ziet u om op dit ogenblik geen vergunning te verlenen voor een dergelijk systeem op een appartementsgebouw van, bijvoorbeeld, tien verdiepingen? Hoe kunt u tegemoetkomen aan de problematiek van de bouwhoogte? Dat is de kern van mijn vragen. Als al 5 meter van de maximale bouwhoogte moet worden opgeofferd om enkel de installatie voor hernieuwbare energie te plaatsen, daalt de rentabiliteit van het gebouw en van de installatie dramatisch. Is het mogelijk deze installatie buiten de gereglementeerde of vergunde bouwhoogte te houden? Hoe zorgt u ervoor dat nieuwe ontwikkelingen inzake hernieuwbare energie niet worden geblokkeerd door verouderde regelgeving?

De voorzitter

Minister Schauvliege heeft het woord.

Minister Joke Schauvliege

Voorzitter, het is natuurlijk positief dat er op het vlak van hernieuwbare energie zo veel vernieuwing en innovatie is. We kunnen dat enkel toejuichen. Het is goed dat we de energiemix op die manier met nieuwe technologieën en diverse bronnen kunnen voortzetten. We kunnen eigenlijk nooit op voorhand inschatten welke nieuwe innovaties en technologieën op ons afkomen. We moeten er natuurlijk vooral voor zorgen dat het ondersteunend beleid, zoals het verlenen van vergunningen, niet belemmerend werkt.

Op zich vormt de vergunningsplicht geen belemmering voor het verkrijgen van een vergunning. Dat geen vrijstelling mogelijk is, betekent niet dat een vergunning niet kan worden afgeleverd. Zoals ik al heb gesteld, is het moeilijk om altijd op de technologische innovatie te anticiperen. Een aantal nieuwe technologieën gaan vaak gepaard met een experimenteerfase die een impact kan hebben.

Mijnheer Schiltz, volgens u is het rendement uitstekend. Uit de proefdraaiingen van middelgrote windturbines in Vlaanderen, met een hoogte van 20 meter of meer en dus vergelijkbaar met windturbines op daken, blijkt echter dat het rendement nog steeds niet ideaal is. Om die reden werk ik in verband met middelgrote windturbines momenteel met minister Tommelein aan een kader dat voor een goed investeringsklimaat moet zorgen. De omgevingsvergunning en het verlenen van steun zullen gepaard gaan met een opvolgingstraject, waarin het rendement zal worden gemonitord om hier lessen uit te trekken. Het vergunningstraject is dan ook zeker nuttig voor nieuwe technologieën.

Een integratie met het dak kan soms wel en soms niet. Dat hangt enigszins af van de technologische randvoorwaarden. Er is me verteld dat de inwerking in een dak het rendement vermoedelijk zal bemoeilijken. We moeten dan ook opletten met de vrijstelling van een bepaalde suboptimale opstelling van systemen. Nadien kan blijken dat die opstelling minder rendement oplevert.

De Vlaamse overheid heeft een belangrijke voorbeeldfunctie, ook inzake de opwekking van hernieuwbare energie. Publieke gebouwen zijn hierbij uiteraard cruciaal. Welke technologie hiervoor wordt aangewend, is afhankelijk van de situatie, van wat het best inpasbaar is en van het rendement.

Mijnheer Schiltz, u weet dat ik momenteel in het licht van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) werk aan een ruimtelijk beleid voor hernieuwbare energie-installaties. Dit beleid gaat uit van een duurzaam beleid op basis van ruimtelijk rendement en de verweving van onder meer de hernieuwbare energie-installaties. We houden natuurlijk ook rekening met de omgeving en met de hinderimpact.

Vanuit ruimtelijk oogpunt, voor alle duidelijkheid, vallen systemen die met gebouwen kunnen worden gecombineerd uiteraard te verkiezen. Wat de hinderimpact betreft, moet dit uiteraard op een andere wijze worden benaderd. Zo is in het verleden vaak gesteld dat windturbines op daken trillingen in de gebouwen met zich meebrengen. Of dit hier het geval is, moet uiteraard worden nagegaan. Er kan tevens een impact zijn op vogelroutes, slagschaduwen en dergelijke. In het vergunningstraject wordt dit geval per geval bekeken. Een ander knelpunt zou de aanwezigheid van voldoende wind kunnen zijn. Zo kunnen in de omgeving hoge constructies aanwezig zijn die het rendement bemoeilijken.

Wat het verouderd beleid inzake bouwhoogtes betreft, zijn met de laatste codexwijziging al stappen gezet. De oude stedenbouwkundige voorschriften kunnen vereenvoudigd worden aangepast, wat in deze commissie reeds veelvuldig is besproken. Volgens mij kan dit een oplossing zijn voor het door u aangehaalde probleem. Het ruimtelijk beleid en het BRV zijn natuurlijk ook cruciaal. We zullen uiteraard nagaan in welke mate we de bestemmingsneutraliteit kunnen doorvoeren. Dit zal hernieuwbare energie maximale kansen bieden. Het beleid zal nadien, als we hierover in de Vlaamse Regering een akkoord hebben, uiteraard in regelgeving worden vertaald.

De voorzitter

De heer Schiltz heeft het woord.

Willem-Frederik Schiltz (Open Vld)

Het rendement van dergelijke installaties is natuurlijk minder een zorg voor de overheid. Dat is meer een zorg voor de installateur en de bouwer. Hetzelfde geldt voor de trillingen in het gebouw. Ik neem aan dat niemand een kantoorgebouw wil kopen of huren dat constant staat te daveren.

Ik wil, voor alle duidelijkheid, een misverstand uit de wereld helpen. Ik ben niet zo heel zeker of die installaties onder de middelgrote windturbines vallen. Vaak gaat het om kleine windturbines van 5 meter hoog. Dat is niet zo heel hoog. Er is geen hinder door slagschaduw, want de systemen zijn afgeschermd. Het zijn windtunnels waar de wind door waait. Er zijn geen zichtbare draaiende wieken. Vogels kunnen er zeer moeilijk in vliegen. Die bezwaren zijn volgens mij veeleer beperkt.

Zoals ik al heb aangekaart, is het grootste probleem de maximale bouwhoogte van 15 meter die het lokaal bestuur oplegt. Indien iemand zo veel verdiepingen nodig heeft om het gebouw op die plek rendabel te maken, maar ook graag wil tegemoetkomen aan de Vlaamse doelstellingen om meer hernieuwbare energie te produceren en bijna energieneutraal te bouwen, overwegen ze een degelijke installatie. Dat kan dan niet, want de regelgeving legt een bouwhoogte op. Er is in veel steden en gemeenten een sterke terughoudendheid. Er wordt op een conservatieve wijze hiernaar gekeken. Er is niet veel flexibiliteit om met die innovatieve projecten om te gaan.

Ik pleit er dan ook voor om er door middel van een omzendbrief of een duidelijke stipulering in het licht van het BRV voor te zorgen dat met een open vizier naar dergelijke technologieën wordt gekeken en dat niet alles bij voorbaat wordt afgeschoten omdat er nu eenmaal regels zijn. Ik hoop dat de Vlaamse Regering spoedig een signaal kan geven om deze ontwikkelingen meer doorgang te laten vinden. Iedereen die iets bouwt, moet uiteraard de nodige verantwoordelijkheid dragen. Ik maak me echter sterk dat de rentabiliteitsdiscussie minder belangrijk is. Als het niet rendabel is, kan het niet worden gebouwd. We moeten het echter niet de facto door de bouwhoogte in de regelgeving afschieten.

Wat de bestemmingsneutraliteit betreft, ben ik uiteraard zeer verheugd. Dat is al een van de stappen waar de Vlaamse Regering werk van heeft gemaakt om meer ruimte te creëren voor de installatie van hernieuwbare-energie-installaties.

De voorzitter

De vraag om uitleg is afgehandeld.



  Nieuwsflash
 
Gloednieuwe website rond duurzame bemesting van aardappelen Lees meer
 
 
EU-lidstaten geven groen licht voor versoepelingen GLBLees meer
 
 
Pesticiden - Schadelijke gezondheidseffecten voor landbouwers Lees meer
 
 
Landbouwsites - Zonevreemde functiewijzigingen Lees meer
 
 
West-Vlaamse landbouwbedrijven - Stopzetting en opstartLees meer
 
 
2024 Beheerovereenkomst 3000 landbouwersLees meer
 
 
Nauwelijks aanvragen voor provinciale subsidies voor kustvaartuigen Lees meer
 
 
Lokale familiale landbouw wordt verdreven door Natuurpunt! Lees meer
 
 
Versoepelingen en administratieve vereenvoudigingen van het GLB in 2024 Lees meer
 
 
België haalt stemming over natuurherstelwet van agenda Lees meer
 
 
Toelating van Renure-meststoffen Lees meer
 
 
Planeet op rand van afgrond na warmste decennium ooitLees meer
 
 
Vlaamse peer verbazend sterk omringd door technologie Lees meer
 
 
Verhoogde kans op voetziekte in wintertarwe door natte najaar 2023Lees meer
 
 
Agristo nv: opsporingsvergunning voor aardwarmte in de regio Wielsbeke Lees meer
 
 
Nieuwe IPM-checklist 2024 met extra driftreducerende technieken en doppen Lees meer
 
 
Vlaams Belang steunt juridische acties tegen goedgekeurd Ventilus-tracé Lees meer
 
 
Correct rekenen met dierlijke mest Lees meer
 
 
Plantenveredeling via nieuwe genomische technieken Lees meer
 
 
Herbekijk de recente studiedagen akkerbouw over suikerbieten- en aardappelteelt Lees meer
 
 
Webinars en studiedagen Landbouw&VisserijLees meer
 
 
Verzamelaanvraag 2024 invullen kan tot en met 30 april Lees meer
 
 
VLIF-steun voor productieve investeringen (vanaf 2023) VLIF-aanvraagperiodes 2024 Lees meer