FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 28 augustus 1991 op de uitoefening van de diergeneeskunde, artikel 4, vierde lid, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 19 maart 2014;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 november 2009 betreffende de erkenning van de dierenartsen;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 5 december 2016;
Gelet op het overleg tussen de Gewestregeringen en de Federale Overheid op 1 april 2016;
Gelet op advies 61.251/3 van de Raad van State, gegeven op 16 mei 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Volksgezondheid en de Minister van Landbouw,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. Artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 20 november 2009 betreffende de erkenning van dierenartsen, vervangen door het koninklijk besluit van 13 juni 2014, wordt aangevuld met de bepaling onder 6°, luidende :
« 6° beschikken over de talenkennis van een van de landstalen welke minimum moet voldoen aan het Europese niveau B1 indien de moedertaal van de dierenarts niet een van de landstalen is of indien de taal waarin de beroepskwalificatie voor het uitoefenen van de diergeneeskunde niet werd behaald in een van de landstalen. ».
Art. 2. De minister bevoegd voor Volksgezondheid en de minister bevoegd voor Landbouw zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 31 januari 2018.
FILIP
Van Koningswege :
De Minister van Volksgezondheid,
M. DE BLOCK
De Minister van Landbouw,
D. DUCARME